Pensioencrisis bedreigt toekomst euro
Alarmerend rapport WRR‘Nederland kan zich een Unie die economisch stagneert of uit elkaar drijft, niet veroorloven.’ Dat is een zin afkomstig uit het rapport ‘Europese vergrijzing in het vizier: omgaan met pensioen- en begrotingsrisico’s’ van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR), dat vandaag het daglicht zag.
Het rapport schetst een bekend maar daardoor niet minder sombere toekomst van de eurozone als we het over pensioenen hebben. Vergrijzing betekent veel dingen en één daarvan is dat het Grote Uitbetalen van pensioenen aan vaart wint.
Het probleem is alleen dat alle eurolanden, op één na, de huidige pensioenen bekostigen met de premies die op dat moment door werkenden afgedragen worden. Economen noemen zo’n stelsel het omslagstelsel. Slechts één euroland, namelijk ons land, kent iets wat het kapitaaldekkingsstelsel heet, een regeling waarbij werkenden gedurende hun werkzame leven voor hun pensioen sparen.
Daardoor is Nederland, met een pensioenreserve van om en nabij 150 procent van de economie, goed voorbereid op de toekomst. Ter vergelijking: de pensioenreserves in landen zoals Duitsland, Italië, Frankrijk en Spanje bedragen tussen 0 en 20 procent van hun economie.
Omdat alle andere eurolanden niet voorbereid zijn op de harde pensioenwerkelijkheid die komen gaat, zal daar iets moeten gebeuren. Ze kunnen pensioenen gaan verlagen, pensioenleeftijd verhogen, fors bezuinigen op andere overheidsuitgaven, belastingen opkrikken of de begrotingstekorten en dus staatsschulden verder laten klimmen. De kans is groot dat de laatste optie een populaire zal zijn. Het is namelijk de enige optie waarvoor geldt dat de kosten gecamoufleerd worden én, niet onbelangrijk, dat de kosten deels afgewenteld worden op andere eurolanden. Ziedaar overigens dé reden, in mijn optiek, voor de aanhoudende pleidooien voor Eurobonds uit, wat toevallig, Italië, Frankrijk en dat soort landen. Het is ook de keuzeoptie die verkiezing technisch goed ligt, juist omdat de kosten verbloemd worden. Bij alle andere opties wordt herkozen worden een hele opgave natuurlijk.
De keuze voor die laatste optie betekent ook grote kans op politieke druk op de ECB om de rentes laag te houden en staatsschulden op te kopen. De bank deed dat in het verleden veelvuldig, dus het precedent is geschapen. In de afgelopen jaren gebeurde dat onder het mom van deflatieangst; in de toekomst kan klimaatbeleid zomaar de kapstok zijn. Het betekent ook verdere afkalving van de begrotingsregels die toch al weinig voorstellen.
Kiezen voor de weg van hogere schulden houdt in dat inflatie de beste vriend wordt van de 19 van de 20 eurolanden, maar de ergste vijand voor één euroland: Nederland. Waarom? Omdat inflatie een deel van de schulden wegsnoept, in combinatie met de ECB die de rentes laag houdt.
Ofwel: de ergste vijand voor onze pensioenen is tegelijkertijd de beste vriend van de rest van de eurogroep.
‘Binnen de EU kan Nederland geïsoleerd komen te staan’ aldus de WRR, omdat wij een heel ander monetair en begrotingsbeleid dan andere eurolanden nodig hebben.
'Als andere landen niet hervormen, dan kan dat leiden tot economische stagnatie en een Unie die uit elkaar drijft,' aldus de WRR. Als die vervolgt optikt dat ‘Nederland zich een Unie die economisch stagneert of uit elkaar drijft, niet kan veroorloven’ hoe moet je dat interpreteren?
Een van de mogelijke interpretaties is dat Nederland ergens in de toekomst, afhankelijk van wat andere eurolanden doen of niet doen, mogelijkerwijs een afweging zal moeten maken wel of niet door te gaan met de euro.