Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend
en hoe dit tot een crisis leiddeWij van Hoofbosch zijn geen aanhangers van de efficiënte markttheorie
Deze door professor Eugene Fama ontwikkelde theorie uit 1970 stelt dat in de koers van effecten zoals aandelen, alle publieke informatie en toekomstverwachtingen zijn verwerkt. M.a.w.: als belegger kan je het per definitie niet beter doen dan het marktgemiddelde. Ofschoon er een overvloed aan bewijs is dat de 'efficiënte markthypothese' niet als dé waarheid kan worden geaccepteerd, blijven academici, institutionele beleggers, banken en allerhande adviseurs de theorie als dé waarheid omarmen. Ieder bewijs dat de markt niet efficiënt is wordt simpelweg als 'anomalie' (verschijnsel dat binnen een bepaald model niet verklaard kan worden) betiteld. M.a.w.: als belegger kan je het per definitie niet beter doen dan het marktgemiddelde en is passief beheer te verkiezen boven actief beheer.
Warren Buffett en George Soros (beiden geboren in 1930) zijn de levende bewijzen dat de markt niet efficiënt is
Warren Buffett en George Soros (beiden geboren in 1930) zijn de levende bewijzen dat de markt niet efficiënt is. Zij verslaan, zoals u weet, door grondig hun huiswerk te maken, al decennia de markt. Nu zult u denken dat de strategieën van beide heren onderwerp zijn van intense studie door universiteiten en beleggingsprofessionals. Het tegendeel is waar. Wij kennen nergens ter wereld een universiteit die de leer van beide heren tot onderwerp van studie heeft gemaakt. Omdat Buffett en Soros volgens de efficiënte markthypothese niet kunnen bestaan, worden ze door de academische wereld genegeerd. Ondertussen hebben beide heren de laatste decennia miljarden verdiend door het verschil te verzilveren tussen wat 'men' denkt dat de waarde is van een beleggingsobject, en wat volgens hen de fundamentele waarde is van datzelfde beleggingsobject. Om met Buffett te spreken: "we zijn zo rijk omdat anderen zo dom zijn."
“We zijn zo rijk omdat anderen zo dom zijn”
In 1994 hield Soros een lezing getiteld: 'The Theory of Reflexivity'. Soros betoogt hierin dat door wetenschappers natuurverschijnselen kunnen worden geanalyseerd en benoemd. Maar die verschijnselen kunnen niet worden beïnvloed. Hoe anders is dit volgens Soros bij de sociale wetenschappen en dan in het bijzonder de economische. Zo kunnen aandelenmarkten in bepaalde situaties niet alleen prijzen, maar ook de fundamenten beïnvloeden die ze - volgens de efficiënte markttheorie - geacht worden te weerspiegelen (Reflexivity).
Een voorbeeld waarbij dit fenomeen o.i. optrad was de bankencrisis van 2008. De 'spectaculaire' groei van de winst per aandeel van banken, werd los gezien van de ontwikkeling van het eigen vermogen van diezelfde banken. Beleggers, gehypnotiseerd door de winstontwikkeling, kochten op aanbeveling van vaak diezelfde banken, op grote schaal aandelen van... banken (Wij van WC-eend....).
Beleggers, gehypnotiseerd door de winstontwikkeling, kochten op aanbeveling van vaak diezelfde banken, op grote schaal aandelen van...
Toen dat gebeurde kwamen de markten in een situatie van totale onevenwichtigheid. Anders dan de efficiënte markttheorie - alle informatie is in de koersen verwerkt - zou doen vermoeden. Dergelijke boom/bust situaties, met soms een jarenlange aanlooptijd, treden niet vaak op, maar als ze optreden kunnen ze sterk verstorend werken. Dat hebben we in 2008 gezien.
Naast allerlei financiële startups die het voortbestaan van de klassieke banken en verzekeraars bedreigen, is het financiële systeem niet gebouwd om bestand te zijn tegen extreem lage of zelfs negatieve rente, zo zagen we in de afgelopen jaren. Ook verzekeraars hadden het lastig. Deze incasseren premies voor allerlei verzekeringen en beleggen de inkomende gelden zo verstandig mogelijk om bestand te zijn tegen een waaier aan calamiteiten. Maar met een rente die net boven de 0% bewoog en met klanten die kostenbewust opereren, was ook de verzekeringsbranche in rep en roer. Sterker nog: De Nederlandsche Bank sprak in een kwartaalrapportage zelfs over een donkerrode toekomst voor verzekeraars.
Nu zou je denken dat, zeker na 2008 toen veel financiële instellingen op omvallen stonden, de meeste beleggers financiële waarden links laten liggen. Daar is echter geen sprake van. Want ook nu gedragen de markten zich anders dan wat de efficiënte markttheorie suggereert: beleggers kopen wederom op advies van banken en verzekeraars op grote schaal aandelen van...
Beleggers kopen wederom op advies van banken en verzekeraars op grote schaal aandelen van... diezelfde banken en verzekeraars
Soros noemt dit fenomeen de 'participant's bias'. Verder wordt er, onder invloed van de efficiënte markttheorie en wederom op advies van banken en verzekeraars, meer en meer passief belegd. Maar ook hier geldt weer dat een groot deel van dat kapitaal in banken en verzekeraars wordt belegd. Niet omdat na grondig huiswerk dit uiterst solide beleggingen lijken te zijn, maar om de eenvoudige reden dat banken en verzekeraars een belangrijk deel van de index representeren. Dat is dan weer een uitvloeisel van diezelfde 'participant's bias' enz. enz.. Dat dit alles wederom tot nieuwe onevenwichtigheden leidt behoeft geen betoog.
Tot slot beleggen wij - zoals bekend - sinds 2007 niet meer in banken en verzekeraars
Tot slot beleggen wij - zoals bekend - sinds 2007 niet meer in banken en verzekeraars. Alles overziend betwijfelen wij zelfs of wij ooit nog dit soort 'waarden' in de portefeuille zullen opnemen. Onze lange termijn focus ligt op het mijden van risico's, niet op het spreiden van risico's. Anders gezegd: het verdelen van risico leidt niet per definitie tot een vermindering van risico.